Letsels aan handen, enkel en voet

Inleiding
Veel voorkomend letsel aan de handen en voeten zijn verstuikingen of verdraaiingen van de enkel en van het polsgewricht; botfracturen, letsel aan pezen (bindweefselbanden die de spieren met de botten verbinden) en gewrichtsbanden (bindweefselbanden die de botten met elkaar verbinden) en letsel aan vingertoppen en aan tenen.

Verstuiking van de pols
Verstuiking vindt plaats wanneer er harder aan de gewrichtsbanden of pezen wordt getrokken of wanneer ze sterker worden uitgerekt dan ze normaal gesproken aankunnen. Bij verstuiking is er geen sprake van een fractuur of dislocatie (ontwrichting of verstoring van de botstructuur). Ongecontroleerde bewegingen van het bovenbeen, die worden gemaakt bij bepaalde sporten (zoals tennis, gymmen of het heffen van zware gewichten) kunnen leiden tot een verstuiking, meestal van de pols. De pols zal pijn doen. De pijn wordt erger wanneer de pols wordt bewogen of wanneer er druk op wordt uitgeoefend. Naast een blauwe plek of roodheid ontstaat er op de plek van de verstuiking een zwelling en kan de pols stijf worden. Beweging van het gewricht is nog slechts beperkt mogelijk en de pols kan wellicht langere tijd niet worden gebruikt. De behandeling bestaat erin dat de pols moet rusten. Met behulp van een reeks bewegingsoefeningen kan deze weer geleidelijk aan meer gebruikt worden. Ook pijnstillers, het uitoefenen van lichte druk met een elastisch verband en het hoog leggen van de pols kunnen deel uitmaken van de behandeling.

Fracturen van de hand
Fracturen in de hand kunnen pijn, stijfheid en bewegingsverlies veroorzaken. Omdat botten zo nauw verbonden zijn met gewrichtsbanden en pezen, kan de hand na genezing van de fractuur stijf en zwak aanvoelen. Fracturen waarbij gewrichtsoppervlakken betrokken zijn, kunnen leiden tot een vroege artritis in de betrokken gewrichten. Een medische beoordeling en röntgenfoto's zijn nodig om de fractuur te bevestigen en om de behandeling te helpen vaststellen. Afhankelijk van het type fractuur aan uw hand kan een van de volgende behandelingsvormen worden gebruikt. Ter behandeling van een fractuur die niet verplaatst is kan een spalk of gipsverband worden gebruikt; dit wordt een gesloten reductie genoemd. Bij bepaalde verplaatste fracturen kan het nodig zijn metaaldraad of pennen te gebruiken om ze in de juiste stand te houden. Bij andere fracturen is een chirurgische ingreep nodig. Wanneer de botfragmenten zijn gezet, worden ze bij elkaar gehouden met pennen, platen of schroeven, dit heet open reductie met interne fixatie (ORIF). Zo nu en dan ontbreken er botdelen of zijn ze verbrijzeld, zodat ze niet gerepareerd kunnen worden. In zo'n geval kan een bottransplantatie noodzakelijk zijn. Hierbij wordt bot uit een ander deel van het lichaam weggenomen om meer stabiliteit te bieden. Fracturen die zijn gezet, kunnen op hun plaats worden gehouden door een 'fixateur externe'. Dit is een reeks metalen staven buiten het lichaam die, boven en onder de plek van de fractuur, zijn vastgemaakt aan pennen, die weer zijn verankerd in het bot. Dit blijft daar zitten totdat de breuk is genezen.

behandeling pijn pols/orthopedie /handrevalidatie/trainingen pols/therapie pijn pols/carpane tunnel/ganglion/verstuikte pols/polsprothese/polsarthrodese/pijn pols chello/hand en pols/polsblessure voorkomen/kijkoperatie van de pols/pijn in pols/pols pijn bij bodypump/pijn pols

Fracturen van de pols
De meest voorkomende fractuur van de pols is die van de radius (een van de botten in de onderarm) vlakbij het polsgewricht. Deze fractuur komt veel voor bij ouderen na een val op uitgestrekte handen. Zo'n fractuur veroorzaakt pijn, zwelling en vervorming van het polsgewricht. De behandeling bestaat uit immobilisatie in een gipsverband. Vervolgens wordt meestal fysiotherapie gegeven om het bewegingsbereik te verbeteren, de pijn te verminderen en de functie te herstellen. Fracturen van de hand (handwortelbeentjes) kunnen het scheepvormig been betreffen, dat zich aan de duimzijde van de pols bevindt. Dit is het geval wanneer de persoon op een uitgestrekte hand valt. Daarbij treedt pijn op en zwelling van het polsgewricht. Immobilisatie met behulp van een gipsverband is nodig gedurende minstens acht weken. Het gaat hierbij om een gecompliceerde fractuur waarbij het risico aanwezig is dat die niet heelt (de botten groeien niet aan elkaar). Als de pijn blijft voortduren of als de fractuur niet in drie maanden is genezen, dan moeten de botten met een schroef op hun plaats worden gehouden. Daarnaast ontstaat vaak letsel aan het haakbeentje, een handwortelbeentje dat zich aan de zijkant van de pink bevindt. Zo'n letsel ontstaat tijdens het beoefenen van hockey, golf, cricket, baseball of tennis, vanwege de grote kracht die de onderkant van het slaginstrument uitoefent op de handpalm, waardoor het haakvormige deel van het bot wordt verplaatst. Deze fractuur geneest vanzelf.

Afgesneden vingertop
Verwondingen aan de vingertoppen komen veel voor. Dek de wond af met een droog, steriel verband. Maak het geamputeerde deel voorzichtig schoon met water (bij voorkeur een zoutoplossing met 9 gram zout per liter water). Bedek het afgesneden vingertopje met een gaasje en stop het in een waterdicht zakje. Zet dit zakje op ijs. Zet het vingertopje niet onbedekt op het ijs, omdat het daardoor verder beschadigd zal raken. Ga direct met het vingertopje naar het ziekenhuis.

Beknelde vingers
Veel ongelukken, vooral in de fabriek, hebben kneuzingen van de vingers tot gevolg. De eerste hulp bestaat in dergelijke situaties uit de volgende stappen:

leg de gewonde hand hoog en houd er ijs tegenaan om bloeding en zwelling tegen te gaan
bedek de wond met een droog, steriel verband
immobiliseer de gewonde hand en pols met een korte spalk.
De verdere behandeling van dergelijke verwondingen hangt af van de ernst van de verwonding en kan daarom het best worden vastgesteld door de behandelend arts.

Enkelblessures
Verstuiking van de enkel behoort tot de meest voorkomende enkelblessures die vaak tijdens het sporten of recreatieve activiteiten ontstaat. Ander ernstig letsel aan de enkel zijn fracturen van de onderste delen van de botten in het been (scheenbeen en kuitbeen). Hierbij kan ernstige beschadigingen optreden aan de bijbehorende gewrichtsbanden (bindweefselbanden die twee of meer botten met elkaar verbinden) waardoor het enkelgewricht soms volledig kan worden ontwricht. In zeldzame gevallen kunnen enkelfracturen ontstaan ten gevolge van een directe druk, bijvoorbeeld wanneer iemand vanaf een hoogte op zijn voeten landt of door verstuiking van de enkel.

Verschijnselen en diagnose
De gebruikelijke verschijnselen van een verstuikte enkel zijn pijn, zwelling, bloeduitstorting, en verlies van het vermogen het gewricht te bewegen en er gewicht op te plaatsen. De diagnose wordt gesteld op basis van informatie over wat er is gebeurd en door lichamelijk onderzoek. Meestal is er bij een lichte of eerstegraads verstuiking sprake van een verrekking of lichte scheuring van de gewrichtsbanden. Daarbij treedt geen gewrichtsinstabiliteit op. De pijn en zwelling zijn meestal matig en er is vrijwel geen verlies van functionaliteit. Deze verschijnselen kunnen echter variëren op grond van de ernst van de verstuiking. Bij een lichte verstuiking is het normaal gesproken niet nodig om röntgenfoto's te maken. Is de diagnose echter moeilijk te stellen, dan kunnen röntgenfoto's uitkomst bieden. Soms voelen mensen iets knappen of scheuren op het moment dat ze hun enkel verstuiken; dit kan wijzen op ernstiger letsel. Als het vermoeden bestaat dat de enkel is gebroken, dan is een röntgenfoto noodzakelijk om de diagnose te bevestigen.

Rice-therapie
Bij een lichte verstuiking van de enkel is het eerste doel de zwelling en pijn te bestrijden. Hiertoe adviseert de arts meestal om de enkel rust te geven, er ijs op aan te brengen, hem in te pakken met een elastisch verband en hem hoog te leggen (RICE-therapie, Rest, Ice, Compression en Elevation). Daarnaast kan de arts een niet-steroïde anti-inflammatoir geneesmiddel, zoals aspirine of ibuprofen voorschrijven, om de pijn en ontsteking (reactie van het weefsel op het letsel) tegen te gaan.

Behandeling van ernstige verstuiking
Bij ernstige verstuikingen van de enkel kan een hard gipsverband worden aangebracht. Ook kan in dat geval een chirurgische ingreep nodig zijn om de gescheurde gewrichtsbanden, spier of pees te herstellen. Een dergelijke operatie wordt meestal uitgevoerd door een orthopedisch chirurg. Het is van belang dat middelmatige en ernstige verstuikingen door een dokter worden vastgesteld om snel met de juist behandeling te kunnen starten.

Voorzorgsmaatregelen
Om het risico op een verstuikte enkel te verminderen, kunt u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen:
eet goed en gevarieerd om uw spieren sterk te houden
draag goed passende schoenen
warm de spieren voor het sporten goed op en doe strekoefeningen
loop hard op een gelijkmatige ondergrond
neem veiligheidsmaatregelen om vallen te voorkomen
draag beschermers tijdens het sporten.

Kenmerken van een teenfractuur
Een teenfractuur is meestal het gevolg van een val of ongeluk, het stoten van de teen tegen een hard voorwerp, of ook een botziekte, zoals de groei van een tumor. Bij een teenfractuur kunnen de volgende verschijnselen optreden:

zwelling van de teen
ontwrichte aanblik
pijn bij het bewegen.
Als het om een gecompliceerde fractuur gaat, kunnen, behalve een bloeding, de spier en het gebroken bot zichtbaar zijn. Ook kan de teen kraken tijdens het bewegen (waarbij de gebroken stukjes bot tegen elkaar aanwrijven). Dit is geen reden tot bezorgdheid, want fracturen kunnen goed genezen bij beweging.

Behandeling van fracturen en dislocaties
Het gaat hier om veel voorkomend letsel; is de factuur eenmaal gestabiliseerd, dan bestaat verdere behandeling uit symptoombestrijding of het aanbrengen van een verband. Is de fractuur of dislocatie instabiel, dan kan die worden gezet met een metaaldraad om de delen bij elkaar te houden.

Bron: http://www.praktijkdeen.nl/ziektebeelden/letsel_aan_handen_en_voeten.htm